Groep 2 – Sjoerd Wezenberg
- Zelf inrijden tot 19:55 (2×4)
- Verzamelen krabbelbaan (let op 1,5m!)
- Piramide 5r – 6r – 5r, telkens maar 1 rondje rust, focus op lange glij fase.Na elke slag goed in de knieholte laten hangen en knie naar voren duwen bij inzet.
- Verzamelen krabbelbaan bij glazen hok (let op 1,5m!)
- 3×2 rondjes. Eerste ronde technisch, tweede rond hard.
- 2×1 rondje. ‘’ dood of de gladiolen’’ we gaan na een zware lange training nog even volle bak.
- 20:30 indien tijd over verzamelen en nabespreken, daarna uitrijden
Neem tussen alle oefeningen voldoende rust, minimaal 2 rondjes!
Groep 6 – Victor Velthuijsen:
- 2x 2-3 ronden – 1 ronde rechtop rust
- 2 bochten alleen op li been glijden, 2 bochten alleen op re been glijden.
- 2x piramide 200m – 300m – 400m – 500m – 400m – 300m – 200m
*steeds beginnen op het rechte stuk van het juryhok - 2x 3x 600m
** elke 200m door versnellen.
- 2 bochten alleen linker been glijden, 2 bochten alleen rechter been glijden
- 2-3 ronde rustig uitrijden.
***
Groep – Hille Steenhuis
Jaapeden is een buitenbaan. Ook in het tweede deel van deze week overheerst winderig, zacht en vochtig weer. Wind uit het zuidwesten betekent één recht stuk wind pal in de rug, andere stuk pal tegen. Het zou gek zijn om in de trainingsprogrammering hiermee geen rekening te houden. Mocht je gaan trainen op een moment dat de wind wat minder is (’s ochtendvroeg en ’s avondlaat is de kans daarop het grootst), kies dan voor relatief langere rij-opdrachten. Staat er veel wind dan toch maar wat meer kort werk, waarbij natuurlijk wel mooi gebruik gemaakt kan worden van rugwind om bochten op hoge snelheid te trainen. Door de hoge temperatuur veelal zacht ijs, dat ook snel aanslaat (tenzij het regent, waardoor de baan nat blijft). Dit gegeven beïnvloedt de opbouw van de training. Veel techniek ‘kwaliteit’ zal moeten plaatsvinden als het ijs nog goed glijdt en stuurt. Het slechtere ijs later in het uur is altijd nog geschikt voor kracht/diepe zit en korte, intensieve opdrachten.
Basics
(H)ouding: ‘Kont naar de grond’ kun je 2-ledig opvatten: dichtbij de grond (diep zitten) en gericht naar de grond (bekken achterover gekanteld). Bij veel schaatsers is het het ene óf het andere. De combinatie is heel moeilijk. Maar je kunt erop trainen!!! Knie goed naar voren is essentieel, de basis (letterlijk en figuurlijk) voor een goede zit.
(B)alans: Je kan lang op één schaats glijden en de schaats sturen in elke richting die jij wil zonder je lichaam daarbij in rare kronkels te hoeven draaien. Kleine houdingcorrecties in het centrum van je lichaam doen soms wonderen.
(Z)ijwaartse verplaatsing van je centrum: Hét geheim van de goede schaatser. Met die verplaatsing creëer je een schuin afzetbeen, waarmee je jezelf zijwaarts en effectief tegen het ijs kan afduwen/afzetten. Dat geeft je snelheid en daarvan word je blij (sommigen zelfs gelukkig 😉 )
(T)iming: Eerst verplaatsen dán plaatsen (= eerste l.c. (lichaamscentrum) zijwaarts verplaatsen, daarna inzetschaats op het ijs plaatsen) en: schaats moet sturen, niet vóór verplaatsing maar dóór verplaatsing van l.c.
Training dinsdag : Focus afzetten met de hak
19;40 uur verzamelen. Eerste minuten uitleggen. Je mag toch nog niet hard. Korte herhaling vorige week
Inrijden 2*3 rondjes. 1 rondje rust.
Rechte stuk: speel met verschillende armen